Bezonken Leiderschap In Een Bezeten Wereld
Helaas heeft de technologische vooruitgang er nog niet voor gezorgd dat we evenwichtiger en kalmere wezens geworden zijn. Daar moeten we dus zelf voor zorgen. Leidinggevenden spelen hierbij een doorslaggevende rol. Zij moeten er niet alleen voor zorgen dat ze zelf in balans blijven, maar ook richting en support geven aan hun medewerkers. Collega’s met een zeer verschillend arbeidsperspectief en een even diverse achtergrond qua conditionering, geslacht, geloof en leeftijd. Voorwaar geen eenvoudige opdracht. Dit noodzaakt tot goede zelfzorg, continue reflectie en een leven lang leren. Om zo gefocust te blijven op nieuwe mogelijkheden en in staat te zijn om bedreigingen om te zetten in kansen. Ook en vooral voor zichzelf. Meer dan ooit geldt: ‘goed voorbeeld doet goed volgen’; zeker als het gaat om het vermogen om kalm en adequaat in te spelen op onrust en onzekerheid. Wat is daar in ieder geval voor nodig?
Rust brengen in een onrustige omgeving
Verandering zorgt voor frustratie, stress en onzekerheid. Als leider moet je laten zien dat je hiermee om kunt gaan. Je moet doorzettingsvermogen hebben en om kunnen gaan met teleurstellingen; dus na een valpartij weer kunnen opkrabbelen en doorgaan. Persoonlijke kwaliteiten – vitaliteit, stressbestendigheid, zelfvertrouwen, empathie en moed – worden dus steeds belangrijker. Ook in verhouding tot de vakmatige kwaliteiten, op basis waarvan meestal carrière gemaakt is. Op dit moment is het essentieel om medewerkers te confronteren met de realiteit en hen te stimuleren om met elkaar scherp aan de wind te zeilen, om zo tot topprestaties te komen. Dat is al spannend genoeg en lukt in ieder geval niet, als de persoonlijkheid van de leider zorgt voor onnodige onrust en onveiligheid. Onrust is er immers al genoeg. Om rust te kunnen brengen moeten leiders dus eerst zelf veranderen. Zodat ze meer (zelf-) sturing, kalmte, risicovreugde en (digitaal) bewustzijn tot hun beschikking hebben. Alleen zo ontstaat het vermogen om effectief en angstvrij om te gaan met het onbekende en onvoorspelbare. En wordt men door evenwichtig optreden zelf het goede voorbeeld in onze soms zo bezeten wereld.
Manage je je eigen onrust
Door de vergaande technologische ontwikkeling staat ieders wereld op zijn kop. In deze context helpt harder werken niet, slimmer werken wel. Dat lukt niet met gestresste hersenen en oververmoeide mensen. En dat lukt beter vanuit met innerlijke rust. Daarom begint elke betekenisvolle transitie met het doorgronden van de eigen persoon – dus zelfonderzoek rond de vraag: wat maakt dat ik zelf tot mijn beste prestatie kom? Daarbij speelt, dat ieder mens geboren is in een bepaalde historische realiteit, die beheerst wordt door de bijbehorende waarden en normen. Die realiteit nemen we voor lief, omdat we haar zien als normaal, onvermijdelijk en onveranderlijk. Zelfonderzoek leert de eigen codes te ontsleutelen om zo meer ruimte te krijgen voor de codes van de ander. Onze leiderschapsreis begint daarom met het vinden van actuele antwoorden op de vier Z’s:
Zelfinzicht is nodig om afscheid te kunnen nemen van ingesleten en soms schadelijke patronen. Ook is zelfinzicht een belangrijk onderdeel van het vermogen om gezonde en gelijkwaardige relaties op te bouwen, zonder stereotype rolpatronen. Want er komen heel wat van de eigen ‘heilige huisjes’ in een ander perspectief te staan. Het leidt tot een nieuw en verrijkt bewustzijn en is een noodzakelijke voorwaarde om de eigenheid van een ander, met zijn of haar eigen conditionering, ten volle te leren zien. Je wordt er een wijzer en aangenamer mens van.
Geloofwaardig voorbeeldgedrag
Als het gaat om leiderschap bestaat er een nijpend tekort aan lichtende voorbeelden; mensen die door hun energie en verbindende kwaliteiten het waard zijn om gevolgd te worden. Wel zien we veel mensen, die leven alsof de dood ze op de hielen zit; voortdurend in contact met de buitenwereld, nauwelijks nog in contact met hun binnenwereld. Met als gevolg, dat we collectief het geloof dreigen te verliezen in de aangeboren gerichtheid van mensen naar opwaarts streven. We durven niet meer hoog te staan, ‘eenzaam’ en groots te zijn. Daardoor steken te weinig mensen hun nek uit en vlakt de prestatiecurve af. Deze instelling maakt koele rekenmeesters van warmbloedige mensen en zorgt ervoor dat een organisatie haar vitaliteit verliest. Natuurlijk kunnen deze kwaliteiten terugkomen, want er is praktisch altijd sprake van ongebruikt potentieel. Het ontsluiten daarvan begint altijd met nieuwsgierigheid en zelfreflectie. En de moed om te erkennen, dat er ondanks ons harde werken en de gebrachte offers veel mis dreigt te gaan. Want alleen met ‘slow management’ kunnen we de snelle ontwikkelingen de baas.