Sinds de verkiezing van Trump tot president van Amerika zien we de aandacht voor narcisme in het bedrijfsleven toenemen. Met deze aandacht groeit ook het aantal mensen dat van deze persoonlijkheidsstoornis wordt verdacht. Linke soep natuurlijk, want het bezit van enkele symptomen van narcisme maakt iemand nog niet tot een gestoorde persoonlijkheid. Integendeel; een zekere mate van narcisme is noodzakelijk om de top van een organisatie te bereiken. Maar bij hoog narcistische bestuurders gaat het al snel mis. Ook voor een professional is het lastig om tot een betrouwbare diagnose te komen. De diagnose wordt vooral gemist bij mensen die beschikken over voldoende sociale intelligentie om in te zien dat hun narcistische behoeftes beter verborgen kunnen blijven. Ze verpakken hun egocentrisme en ongevoeligheid in woorden die het tegenovergestelde doen vermoeden. We zien het gebrek aan empathie dan niet. Wat vervelend is, want een narcistische baas of partner kan flink wat ongerief veroorzaken. Alleen vroegtijdige herkenning kan voorkomen dat er later pijnlijke helingsprocessen nodig zijn.
DSM 5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) heeft het over een pervasief patroon van grandiositeit (in fantasie of gedrag), behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie, beginnend op jongvolwassen leeftijd. Om vervolgens kenmerken te noemen als: een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid en fantasieën over grenzeloze macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde. Ze zijn verslaafd aan aandacht en verlangen buitensporige bewondering. Ze hebben het gevoel bijzondere rechten te hebben en exploiteren de ander. Zeker als hun macht dit gedrag in hun ogen rechtvaardigt. Daarbij hebben zij niet al te veel last van hun geweten. Het leidt tot zelfverheerlijking (I alone can fix it), egocentrisme, onverantwoorde dikwijls impulsieve beslissingen en het buitensluiten van bedreigende krachten. Kortom, het zijn geen lekkere types om bij je in de buurt te hebben; ook omdat het gedrag zo wispelturig is en ze op dit gedrag zo slecht aanspreekbaar zijn.
Dat weet niemand precies. Is het nature (genetische eigenschappen) of nurture (opvoeding, en dan met name in de vroegste kinderjaren)? Onderzoek naar de gezinnen van herkomst geeft bij narcisten geen uitsluitsel. Mensen met deze diagnose werden ofwel verwend in hun jeugd, of waren zo te zien uitstekend opgevoed, of hebben een traumatische jeugd achter de rug. Kortom: wie het weet mag het zeggen. Een psychoanalytische duiding geeft ons meer begrip, hoewel het praktische onderzoeksbewijs ontbreekt. Freud zag narcisme als een automatisch gevolg van een kind dat gefrustreerd wordt in zijn libidineuze behoefte aan een object (moeder). Het is voor elk kind noodzakelijk dat het verlangen naar een liefdevolle relatie met een object in de buitenwereld wordt bevredigd. De liefdevolle relatie is voor het zeer jonge kind nog grenzeloos en daarom is het nodig dat dit verlangen veelvuldig wordt bevredigd. Dat wordt een probleem bij kinderen, waarbij moeder geen passende emotionele respons kon geven (kijk voor een voorbeeld naar onderstaande filmpje over het still face experiment).
<iframe width=”560″ height=”315″ src=”https://www.youtube.com/embed/apzXGEbZht0″ frameborder=”0″ allowfullscreen></iframe>
Bij gebrek aan iemand in de buitenwereld om een liefdevolle relatie mee aan te gaan bevredigt het kind, uit armoede, die behoefte met een deel van zichzelf. Wat niet liefdevol omarmd kan worden veroorzaakt enorme gevoelens van ontoereikendheid. Dit onder ogen zien is te pijnlijk en daarom beschermt het kind deze minder schitterende eigenschappen achter een façade van pracht en praal. In dit licht kunnen we het verwende kind en het verwaarloosde kind bij elkaar brengen. Ook het kind dat verwend wordt en/of waarmee goede sier gemaakt wordt, ontwikkelt geen gezond gevoel van eigenwaarde; het is immers het narcistisch verlengstuk van de ouders. Het gaat dan meer om uiterlijk of prestaties, dan om het kind zelf. Dat heeft onbewust effect op hoe het kind zich ontwikkelt. Meestal wordt narcisme zichtbaar gedurende de puberteit; de periode dat geslachtshormonen plotseling een grote rol gaan spelen en de adolescent moet leren zelfstandig en afgestemd op zijn omgeving te functioneren. Tegen die tijd is de oude pijn verdrongen (niet gezien en gewaardeerd zijn om wie je werkelijk bent) en gemaskeerd geraakt. Het is letterlijk te pijnlijk om daar zelfonderzoekend naar te kijken. Daarvoor in de plaats komt grootheidswaan, zelfverheerlijking en een ongezonde prestatiedrang. Voor de narcist openbaart zich het paradijs van de Zonnekoning; maar voor de meeste lakeien openbaart zich stilletjes aan een ramp.
Zo bezien is narcisme dus een copingstrategie om je te beschermen tegen een dieper gevoel van ontoereikendheid. De trigger om deze vorm van coping te kiezen zit hem in het ontbreken van een geruststellende emotionele respons door een betekenisvolle ander. Of anders gezegd; een narcist houdt zich met zijn grenzeloze tevredenheid over zichzelf staande in een voor hem potentieel teleurstellende wereld. Dreigt iemand achter zijn façade te komen, dan wordt alles in het werk gesteld om dit te voorkomen. Denk aan extreem boze uitvallen of de dreiging daarmee. De narcist is immers als de dood zo bang om door de mand te vallen, zonder overigens precies te weten over welke mand hij het heeft. In die zin leeft hij als een dwerg op stelten. Zijn leven is aan de buitenkant dik voor elkaar, maar vanbinnen voelt het onzeker en leeg. Zowel privé als zakelijk; een oprechte en gelijkwaardige liefdesrelatie aangaan met een narcist is daarom een riskante onderneming:
Uit angst om door de mand te vallen zal menig narcist een relatie volledig willen beheersen. En extreem boos worden wanneer dit niet lukt. We horen daarom veel klachten over dwangmatige controlebehoeften, soms grenzend aan paranoia. Niet zelden ontstaat zo een angstcultuur, met veel samenwerkingsproblematiek, waarbinnen geen enkele plaats meer is voor liefdevolle betrokkenheid tot elkaar.
Hoe komen mensen met een overduidelijke persoonlijkheidsproblematiek toch vaak op zulke hoge posities in organisaties? En hoe slagen zij erin ook getrainde selecteurs te foppen. Allereerst zijn intelligente narcisten uitstekend in staat om een goede eerste indruk te maken. Niet zelden zijn ze charmant, voorkomend en goed getraind om de schijn hoog te houden (keeping up appearances). Verbaas je niet als CV’s verfraaid zijn en de prestaties overdreven worden. Alleen gedegen referentieonderzoek maakt dit duidelijk. Goed opletten tijdens de selectiegesprekken helpt ook. Doet iemand charmant en inlevend, maar ontstaat er geen wezenlijk contact – kijk dan uit. En bij een iets te grote auto, een veel jongere partner (trophy wife /toy boy), een grote foto op de eerste pagina van het jaarverslag en een excessief beloningspakket horen ook rode vlaggetjes. Realiseer je bovendien, dat we in een cultuur leven, waarbinnen iemand die de held speelt en de spotlights zoekt gewaardeerd of zelfs bewonderd wordt. Er is doorgaans niet veel ruimte om echt te praten over je zwaktes en twijfels; een verschijnsel dat verder toeneemt naarmate men hoger in een de organisatie komt. Op een twijfelende baas zit niemand te wachten. Dat maakt dat mensen leren om hun kwetsbaarheden te verbloemen; precies de kunde waar de narcist heer en meester in is.
Eenmaal in dienst komt gaandeweg de narcistische aap uit de mouw. Het begint met het snel en plezierig contact maken, dan gemakkelijk opdrachten geven of om een gunst vragen. Later begint het op te vallen, dat samenwerking neerkomt op eenrichtingsverkeer; van de narcist komt nauwelijks iets terug. Een bedankje blijft uit. En steeds meer mensen geven over dit gedrag geen feedback meer, omdat zij aanvoelen dat naar een redelijke verklaring vragen zal leiden tot een agressieve reactie. Voor menigeen reden om dit risico uit de weg te gaan en te kiezen voor een bestaan als lakei, die veel ongerief wegslikt. Totdat ook dit niet meer lukt en er een openlijk samenwerkingsprobleem ontstaat. Vaak tot onbegrip van mensen die wat verder van de narcist afstaan (zoals een raad van commissarissen) en die zich nog laten leiden door hun gunstige eerste indruk. Iemand die de situatie aan de orde wil stellen moet zich dan ook voorbereiden op enig onbegrip en ongeloof.
Meestal hebben narcisten geen last van hun eigen stoornis. Zij zijn heel tevreden over de eigen bijzondere vermogens en de verworven levensstijl. En ze omringen zich met mensen die het ook goed met zichzelf getroffen hebben. Bovendien zijn zij niet buitengewoon gevoelig voor de overlast die zij met hun zelfingenomenheid en ongevoeligheid veroorzaken. Als zij zich al blootstellen aan coaching, doen zij dit in de hoop en verwachting ook hier bewondering en erkenning voor hun bijzondere kwaliteiten te scoren. De coach die dit levert is al snel ‘de beste coach van de wereld’. En een coach met meer kritische distantie is al snel ‘jaloers’ of niet intelligent genoeg – of ‘geeft geen energie’. Met als gevolg dat de coachingsrelatie geen lang leven beschoren is. Narcisten zijn dus meestal ‘zorgwekkende hulpvermijders’; de omgeving vindt dat de patiënt hulp nodig heeft, maar de patiënt zelf heeft dit (dikwijls als enige) niet in de gaten. Of hij vindt dat de omgeving ziek is, wat ook het geval kan zijn; de context is ziek geworden door het als riet meebuigen met de narcistische wind.
Als de narcist eenmaal ontdekt dat hij last van zijn eigenschappen heeft, dan is de te kiezen weg voor een behandeling voorzichtig en met veel geruststellende steun, samen achter de façade kijken. Na de eerste schok zal het meevallen wat daar gevonden wordt. Het kan voor een narcist een geweldige opluchting zijn als hij alternatieve gedragingen ontdekt; bijvoorbeeld dat hij voor het eerst met zijn vrienden is gaan golfen voor zijn plezier, i.p.v. om te winnen. In een dergelijk traject is de motiverende slogan: een narcist die zichzelf leert kennen kan geen narcist meer zijn.
Een belangrijke variabele inzake cultuur en gedrag is de narcistische persoonlijkheidsdimensie bij bestuurders. Dit vanwege het feit dat een gezonde portie narcisme een essentieel element is voor effectief leiderschap; je hebt nu eenmaal een portie egosterkte, geldingsdrang en durf nodig om succesvol te kunnen worden. Maar een overdosis van diezelfde kwaliteiten leidt al snel tot destructief gedrag en verstoorde verhoudingen. De Zonnekoning zal tot het uiterste gaan om zijn status als wonderdokter te behouden door te pretenderen dat zijn bedrijf floreert, ook als de financiële resultaten tegen vallen. Alleen het overdrijven van de resultaten of frauduleus handelen biedt dan nog een uitweg om zijn status te behouden. Helaas krijgt een wild om zich heen schoppende manager uit angst of gemakzucht vaak vrij baan in zijn carrière. Dit brengt verkeerde mensen aan de top. Verkeerd want ondertussen haken mensen af en groeit de onveiligheid. Ook zorgt een kwaadaardige narcist aan de top er vaak voor dat heel veel (sub-) toppers (en daarmee hun kennis) het bedrijf verlaten. Voor de overblijvers geldt, dat als je handig weet te manoeuvreren en voldoende inhoudelijk met je werk en collega’s kunt blijven samenwerken het meestal uit te houden is. Maar reken je niet rijk, want de toorn kan zich op ieder moment ook tegen jou keren. Wat ook kan helpen is dat je de bureaucratie in je voordeel laat werken; hier liggen immers zaken vastgetimmerd die ook de narcist niet aan zijn laars kan lappen. Maar veel beter is het, om te voorkomen dat mensen met aanleg voor aanwakkerend narcisme in de buurt van de maarschalkstaf komen. Hier ligt belangrijk werk voor raden van toezicht, hr-afdelingen en assessmentpsychologen.
Rob Fijlstra en Henk Pijning FijlstraWullings Augustus 2017
Op 6 september houden we weer een Meetup over dit fascinerende verschijnsel. Heb jij in je werk of je privéleven te maken (gehad) met een narcist in een leidinggevende rol? Meld je aan via fw@fijlstrawullings.nl